Het heidense woord 'gospel VS 'Besorah'
Het woord evangelie komt voort uit de betekenis van het Griekse woord evangelion/ euangelion uit het Nieuwe Testament (eu - "goed", - angelion "boodschap") wat "goed nieuws" betekent (de letter v in evangel is het Latijn voor onze moderne u). Deze betekenis werd letterlijk overgedragen in het Oud-Engels als gospell en werd evangelie.
Het Engelse woord 'gospel' komt van het Oud-Engelse woord 'godspell' en is een samengesteld woord dat bestaat uit 'god', waarvan gezegd wordt dat het 'goddelijk' betekent, en 'spreuk', wat niets te maken heeft met Yahuah die weet hoe te spellen of een periode, maar teruggaat naar de betekenis van 'bezit, betovering, spoor' als een MAGISCHE SPREUK. Deze "goddelijke spreuk" heeft zijn weg veranderd om door alle christenen als "goed nieuws" te worden verkondigd. De term "spreuk" wordt over het algemeen gebruikt voor magische procedures die schade veroorzaken, of mensen dwingen om iets tegen hun wil te doen - in tegenstelling tot charmes voor genezing, bescherming enz. {Oxford Dictionary of English Folklore}. Het woord SPEL (uit het evangelie) is ook Germaans van oorsprong. Het betekent bezwering (een gebruik van spreuken of verbale charmes gesproken of gezongen als onderdelen van een rituele magie [zie Merriam - Webster's Dictionary]), spraak, spel, nieuws, bericht of verslag. Het is de "spreuk" die tot anderen wordt gesproken. Dus het woord evangelie is eigenlijk twee woorden bij elkaar geplaatst of God + Spel (Gott + spreuk), Goed + Spreuk of God' + Spreuk.
In Indo-Germaanse woordenboeken lijkt slechts één woord op "god". Het is ghodh en wordt hetzelfde uitgesproken. Dit woord betekent vereniging, ook seksuele vereniging of paring. Volgens Luneburger Worterbuch zijn de volgende woorden hetzelfde woord: Gott, got, gode, gade, god and guth (gud).
Volgens Encyclopedie Britannica, God (god) Gemeenschappelijk Teutoons woord voor persoonlijk voorwerp van godsdienstige verering, die op bovenmenselijke wezens van HEIDENSE MYTHOLOGIEËN wordt toegepast. Het woord "god" over de bekering van Duitse rassen tot het christendom werd aangenomen als de naam van de Ene Allerhoogste.
Het woord GOD werd gebruikt omdat het voor hen al een bekend woord was dat afkomstig was van de Griekse vertaling voor Theos.
Encyclopedie van Religie en Ethiek en Webster's Twentieth Century Dictionary, Unabridged zijn het erover eens dat de oorsprong teutoons heidendom is.
De Besorah
In de Hebreeuwse Bijbel (Tanakh [Tanach], Oude Testament) wordt het woord "besorah" gebruikt en in het Engels vertaald als, ja, hetzelfde als het hybride woord "evangelie".
Besorah (H1309) betekent nieuws, tijdingen, draag nieuws, beloning; van het hoofdwoord "basar". De intensieve vorm "bissier" betekent (goed) nieuws brengen.
Besorah - Basorah - Basura is het equivalent van het Griekse woord Euangelion (G2098) dat werd omgezet in het uitgevonden woord GOSPEL (god + spel).
'Besorah' is het Hebreeuwse woord waarover Yahusha sprak in Mattheüs 24:14: 'En dit Goede Nieuws (Besorah) van de heerschappij zal in de hele wereld worden verkondigd als een getuige van alle naties, en dan zal het einde komen.'
Conclusie: de zuivere benoeming is "het goede nieuws" of "Besorah" en niet gospel
Het woord evangelie komt voort uit de betekenis van het Griekse woord evangelion/ euangelion uit het Nieuwe Testament (eu - "goed", - angelion "boodschap") wat "goed nieuws" betekent (de letter v in evangel is het Latijn voor onze moderne u). Deze betekenis werd letterlijk overgedragen in het Oud-Engels als gospell en werd evangelie.
Het Engelse woord 'gospel' komt van het Oud-Engelse woord 'godspell' en is een samengesteld woord dat bestaat uit 'god', waarvan gezegd wordt dat het 'goddelijk' betekent, en 'spreuk', wat niets te maken heeft met Yahuah die weet hoe te spellen of een periode, maar teruggaat naar de betekenis van 'bezit, betovering, spoor' als een MAGISCHE SPREUK. Deze "goddelijke spreuk" heeft zijn weg veranderd om door alle christenen als "goed nieuws" te worden verkondigd. De term "spreuk" wordt over het algemeen gebruikt voor magische procedures die schade veroorzaken, of mensen dwingen om iets tegen hun wil te doen - in tegenstelling tot charmes voor genezing, bescherming enz. {Oxford Dictionary of English Folklore}. Het woord SPEL (uit het evangelie) is ook Germaans van oorsprong. Het betekent bezwering (een gebruik van spreuken of verbale charmes gesproken of gezongen als onderdelen van een rituele magie [zie Merriam - Webster's Dictionary]), spraak, spel, nieuws, bericht of verslag. Het is de "spreuk" die tot anderen wordt gesproken. Dus het woord evangelie is eigenlijk twee woorden bij elkaar geplaatst of God + Spel (Gott + spreuk), Goed + Spreuk of God' + Spreuk.
In Indo-Germaanse woordenboeken lijkt slechts één woord op "god". Het is ghodh en wordt hetzelfde uitgesproken. Dit woord betekent vereniging, ook seksuele vereniging of paring. Volgens Luneburger Worterbuch zijn de volgende woorden hetzelfde woord: Gott, got, gode, gade, god and guth (gud).
Volgens Encyclopedie Britannica, God (god) Gemeenschappelijk Teutoons woord voor persoonlijk voorwerp van godsdienstige verering, die op bovenmenselijke wezens van HEIDENSE MYTHOLOGIEËN wordt toegepast. Het woord "god" over de bekering van Duitse rassen tot het christendom werd aangenomen als de naam van de Ene Allerhoogste.
Het woord GOD werd gebruikt omdat het voor hen al een bekend woord was dat afkomstig was van de Griekse vertaling voor Theos.
Encyclopedie van Religie en Ethiek en Webster's Twentieth Century Dictionary, Unabridged zijn het erover eens dat de oorsprong teutoons heidendom is.
De Besorah
In de Hebreeuwse Bijbel (Tanakh [Tanach], Oude Testament) wordt het woord "besorah" gebruikt en in het Engels vertaald als, ja, hetzelfde als het hybride woord "evangelie".
Besorah (H1309) betekent nieuws, tijdingen, draag nieuws, beloning; van het hoofdwoord "basar". De intensieve vorm "bissier" betekent (goed) nieuws brengen.
Besorah - Basorah - Basura is het equivalent van het Griekse woord Euangelion (G2098) dat werd omgezet in het uitgevonden woord GOSPEL (god + spel).
'Besorah' is het Hebreeuwse woord waarover Yahusha sprak in Mattheüs 24:14: 'En dit Goede Nieuws (Besorah) van de heerschappij zal in de hele wereld worden verkondigd als een getuige van alle naties, en dan zal het einde komen.'
Conclusie: de zuivere benoeming is "het goede nieuws" of "Besorah" en niet gospel