"Niemand komt tot de vader dan door mij" zegt Yahusha, dat klopt want het is het plan van Yahuah om ons te redden door Yahusha. Yahsuha betekend letterlijk; Yahuah RED/VERLOST! Yahusha heeft nooit aangegeven dat hij zijn vader Yahuah is. In het woord lezen we dat Yahuah geen mens kan zijn en dat Yahusha een man / mens is, tevens lezen we dat Yahusha heeft aangegeven dat alleen Yahuah alles weet... hoe duidelijker kan Yahusha zelf zijn. We lezen nergens in het woord over een drie-eenheid. Door de originele namen te veranderen naar "heer" / "god" / "jezus" ontstaat er verwarring, want in specifieke zinnen waar Yahusha moet staan, staat er "here god" en waar Yahuah normaal staat, staat er "here jezus" en soms alleen "heer".
De valse bijbels (vertaald vanuit de Griekse heidense Septuagint) zorgt voor verwarring en de illusie dat er een drie-eenheid bestaat! Shatan de vader des leugens, oftewel Gad'reel (gad / god) wil juist dat we hem eren en dienen, vandaar dat zijn namen en titels in de valse bijbels staan vermeld i.p.v. de ware originele naam; Yahuah! Begrijpt u nu waarom het ontzettend belangrijk is dat we Zijn ware naam Yahuah weten om Zijn woord goed te kunnen begrijpen? Stel de juiste kritische vragen en onderzoek het woord!
Open uw ogen en lees wat er in het woord staat;
1. 'Yahuah is geen mens' (Numeri 23:19)
2. ‘Want ik ben Yahuah en geen mens’ (Hosea 11:9)
Yahusha wordt in de Bijbel vaak een man genoemd
3. 'een man die u de waarheid heeft verteld' (Johannes 8:40)
4. 'Yahusha de Nazarener, een man die door Yahuah aan u getuigd is met wonderen en wonderen en tekenen die Yahuah door Hem in uw midden heeft gedaan, zoals u zelf weet.' (Handelingen 2:22)
5. ‘Hij zal de wereld in gerechtigheid richten door een man die Hij heeft aangesteld’ (Handelingen 17:31)
6. ‘de mens Hamashiak Yahusha’ (Tim. 2:5)
Het woord / De Bijbel / Besorah zegt dat Yahuah GEEN mensenzoon is
7. ‘Yahuah is geen mens en ook geen mensenzoon’ (Numeri 23:19)
Het woord van Yahuah noemt Yahusha vaak ‘een of de mensenzoon’
8. ‘zo zal de mensenzoon zijn’ (Matteüs 12:40)
9. ‘Want de mensenzoon zal komen’ (Matteüs 16:27)
10. 'totdat ze de mensenzoon in zijn koninkrijk zien komen' (Matteüs 28)
11. ‘Maar opdat u weet dat de Mensenzoon gezag heeft’ (Marcus 2:10)
12. ‘omdat hij een mensenzoon is’ (Johannes 5:27)
In de Hebreeuwse geschriften wordt de 'mensenzoon' ook vaak gebruikt om over mensen te spreken (Job 25:6; Psalm 80:17; 144:3; Ezechiël 2:1; 2:3; 2:6-8;
3 :1-3). Het is volsterkt niet logisch dat Yahuah Zichzelf zou tegenspreken door eerst te zeggen dat Hij NIET de zoon van een mens is en daarna een mens te worden die 'de mensenzoon' werd genoemd. Bedenk dat Yahuah niet de auteur van verwarring is. Ook worden mensen, waaronder dus Yahusha, specifiek 'mensenzoon' genoemd om hen te onderscheiden van Yahuah, die volgens het woord van Yahuah zelf (besorah/de Bijbel) geen 'mensenzoon' is. Yahuah is duidelijk in details!
Het woord van Yahuah is duidelijk (De Bijbel) het woord zegt dat Yahusha ontkende dat hij Yahuah is
13. Yahusha sprak tot een man die hem 'goed' had genoemd en vroeg hem: 'Waarom noem je mij goed? Niemand is goed behalve Yahuah alleen.' (Lucas 18:19)
14. En hij zei tegen hem: 'Waarom vraag je me wat goed is? Er is er maar Eén die goed is; maar als je het leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.' (Matteüs 19:17)
Yahusha leerde mensen niet dat hij Yahuah was
Als Yahusha de mensen had verteld dat hij Yahuah was, zou hij de man een compliment hebben gegeven. In plaats daarvan berispte Yahusha hem, ontkende dat hij goed was, dat wil zeggen, Yahusha ontkende dat hij Yahuah was.
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahuah groter is dan Yahusha
15. ‘Mijn Vader is groter dan ik’ (Johannes 14:28)
16. 'Mijn vader is groter dan allen.' (Johannes 10:29)
Yahusha kan geen Yahuah zijn als Yahuah groter is dan hij. Het "christelijk geloof"/ "Mithraïsme" dat vader en zoon gelijk zijn staat in schril contrast met de duidelijke woorden van Yahusha zelf!
BESEF GOED! Yahusha heeft zijn discipelen nooit opgedragen hem te aanbidden
17. ‘Als je bidt, zeg dan Onze Vader, die in de hemel is.’ (Lucas 11:2)
18. ‘Op die dag zul je me niets vragen. Wat je ook van de Vader vraagt in mijn naam.' (Johannes 16:23)
19. ‘De ure komt en is nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke om hem te aanbidden.' (Johannes 4:23)
Als Yahusha Yahuah was, zou hij aanbidding voor zichzelf hebben gezocht
Omdat hij dat niet deed, zocht hij in plaats daarvan aanbidding voor Yahuah in de hemelen, daarom was hij Yahuah niet.
Yahusha aanbad de enige ware Yahuah
20. 'opdat zij u zouden kennen, de enige ware Yahuah, en Yahusha Hamashiak die u hebt gezonden' (Johannes 17:3)
21. 'hij bleef de hele nacht in gebed tot Yahuah' (Lukas 6:12)
22. ‘Zoals de mensenzoon niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen’ (Matteüs 20:28)
Hoe bad Yahusha tot Yahuah?
23. 'hij viel met zijn gezicht op de grond en bad: 'Mijn Vader' (Matteüs 26:39)
24. ’Tijdens de dagen van Yahusha’ leven op aarde zond hij gebeden en smeekbeden op met luid geschreeuw en tranen tot degene die hem van de dood kon redden, en hij werd verhoord vanwege zijn eerbiedige onderwerping’ (Hebreeën 5:7).
Tot wie bad Yahusha toen hij op zijn gezicht viel?
Huilde Yahusha in tranen bij zichzelf en smeekte hij om van de dood gered te worden? Geen mens, gezond of krankzinnig, bidt tot zichzelf! Het antwoord moet beslist een volmondig ’Nee’ zijn. Yahusha bad tot ’de enige ware Yahuah’. Yahusha was de dienaar van Degene Die hem gezonden had. Kan er een duidelijker bewijs zijn dat Yahusha niet Yahuah was?
Discipelen geloofden niet dat Yahusha Yahuah was
De Handelingen van de Apostelen in de Bijbel beschrijven de activiteiten van de discipelen gedurende een periode van dertig jaar nadat Yahusha naar de hemel was opgewekt. Gedurende deze periode noemden ze Yahusha nooit Yahuah. Petrus stond bijvoorbeeld op met de elf discipelen en sprak een menigte toe met de woorden:
25. "Mannen van Israël, luister hiernaar: Yahusha van Nazareth was een man die door Yahuah aan u werd toegeschreven door wonderen, wonderen en tekenen, die Yahuah onder u door hem heeft gedaan, zoals u zelf weet." (Handelingen 2:22)
26. Voor Petrus was Yahusha een dienaar van Yahuah (bevestigd in Mattheüs 12:18)
27. ‘De Yahuah van Abraham, Izaäk en Jakob, de Yahuah van onze vaderen, heeft zijn dienaar Yahusha verheerlijkt.’ (Handelingen 3:13)
28. ‘Yahuah heeft zijn dienaar opgewekt’ (Handelingen 3:26)
Toen hij werd geconfronteerd met tegenstand van de autoriteiten, zei Petrus:
29. ‘We moeten Yahuah meer gehoorzamen dan mensen! De Yahuah van onze vaderen wekte Yahusha op' (Handelingen 5:29-30)
30. De discipelen baden tot Yahuah zoals ze door Yahusha in Lukas 11:2 waren opgedragen en beschouwden Yahusha als Yahuahs dienaar.
31. ‘ze verhieven samen hun stem in gebed tot Yahuah. 'Soevereine Yahuah', zeiden ze, 'u hebt de hemel en de aarde en de zee gemaakt, en alles wat daarin is' (Handelingen 4:24).
32. ‘uw heilige dienaar Yahusha, die u gezalfd hebt’ (Handelingen 4:27)
33. ‘van Uw heilige dienaar Yahusha.’ (Handelingen 4:30)
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha, een dienaar is van Yahuah!
34. 'Zie, mijn dienaar, die ik heb uitverkoren, in wie mijn ziel welbehagen heeft.' (Matt. 12:18)
Aangezien Yahusha, Yahuahs dienaar is, kan Yahusha niet Yahuah zijn.
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha niets alleen kon doen
35. ‘De zoon kan niets alleen; hij kan alleen doen wat hij zijn Vader ziet doen.' (Johannes 5:19)
36. 'Ik kan uit mezelf niets doen.' (Johannes 5:30)
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha zichzelf niet gelijk aan Yahuah vond en dat Yahuah wonderen verrichtte door Yahusha en dat Yahusha beperkt was in wat hij kon doen:
37. 'Maar toen de scharen dit zagen, waren ze vol ontzag en verheerlijkten ze Yahuah, die zo'n autoriteit aan de mensen had gegeven' (Matt. 9:8).
38. 'een man die door Yahuah aan u getuigd is met wonderen en wonderen en tekenen die Yahuah door Hem in uw midden heeft gedaan' (Handelingen 2:22)
39. ‘hij ging rond, goeddoende en genezende allen die door de duivel onderdrukt waren, want Yahuah was met hem.’ (Handelingen 10:38)
Als Yashusha, Yahuah zou zijn, zou het woord / de Bijbel eenvoudig zeggen dat Yahusha de wonderen zelf deed zonder naar Yahuah te verwijzen. Het feit dat Yahuah de kracht voor de wonderen leverde, laat zien dat Yahuah groter is dan Yahusha.
Ook was Yahusha beperkt in het verrichten van wonderen
40. Toen Yahusha een keer probeerde een blinde man te genezen, werd de man niet genezen na de eerste poging, en Yahusha moest het een tweede keer proberen (Marcus 8:22-26).
41. Er was eens een vrouw genezen van haar ongeneeslijke bloeding. De vrouw kwam achter hem staan en raakte zijn mantel aan, en ze was onmiddellijk genezen. Maar Yahusha had geen idee wie hem aanraakte: (nogmaals alleen YAHUAH weet alles!)
42. ‘Yahusha besefte meteen dat er kracht van hem was uitgegaan. Hij draaide zich om in de menigte en vroeg: 'Wie heeft mijn kleren aangeraakt?' (Markus 5:30)
43. ‘Hij kon daar geen wonderen doen, behalve zijn handen op een paar zieken leggen en hen genezen.’ (Marcus 6:5)
Het is duidelijk dat iemand met zulke beperkingen geen Yahuah kan zijn. De kracht van wonderen lag niet in Yahusha.
Yahuah hoeft echter niet gesterkt te worden. De menselijke behoefte moet worden versterkt; Yahuah doet dat niet omdat Yahuah Almachtig is. Als Yahusha gesterkt moest worden, kan hij geen Yahuah zijn. Het is niet logisch dat je naar jouw zelf gaat bidden en naar jezelf verwijst en aangeeft dat je je zelf niet de kracht en macht kan geven. Yahuah is Yahuah en Yahuah heeft een opdracht gegeven aan Yahusha en geeft Yahusha de kracht en macht en niet andersom, dit lezen we overal in het woord / de bijbel, alleen is het ons door de "kerk" geleerd dat dit niet zo is. De valse leer vanuit het Christendom, de babylonische leer, de Mithras leer is duidelijk TEGEN Yahuah. Het is Shatan zijn plan om verheerlijkt te worden i.p.v. Yahuah... Shatan de vader des leugens wil als de allerhoogste zijn, maar is dat NIET. In Openbaringen lezen we bijvoorbeeld ten alle tijden dat Yahuah de engelen en de locust de kracht/macht geeft. Yahuah heeft altijd de macht en heeft altijd het eindwoord.
Het woord / De Bijbel zegt dat engelen in tijden van zwakte Yahusha sterken
44. 'Een engel uit de hemel verscheen aan hem en sterkte hem - in het hof van Getsemane' (Lucas 22:43)
45. ‘Toen verliet de duivel hem; en zie, engelen kwamen en begonnen Hem te dienen' (Marcus 1:13)
46. ’En hij was veertig dagen in de woestijn en werd verzocht door Satan; en hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden hem.' (Marcus 1:13)
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha wilde dat Yahuahs wil werd gedaan
47. 'niet mijn wil, maar de uwe geschiede' (Lukas 22:42)
48. ‘Ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van Hem die mij gezonden heeft.’ (Johannes 5:30)
49. ‘Want ik ben uit de hemel neergedaald, niet om mijn eigen wil te doen, maar de wil van Hem die mij gezonden heeft.’ (Johannes 6:38)
De zogenaamde drie-eenheid dogma is een valse leugen, een babylonsch concept om ons te misleiden. Denk goed na; Zijn sommige leden van de gelijkwaardige Drie-eenheid onderdanig en minder dan gelijk aan andere leden? Ook al hebben ze een andere wil ('Ik zoek niet mijn eigen wil'), gehoorzamen ze zonder twijfel de bevelen van anderen ('de wil van Hem die mij gezonden heeft')? Het is Yahusha zelf die toe geeft dat hij zijn eigen onderscheiden wil ondergeschikt heeft gemaakt aan Yahuah... maar volgens de trinitarische doctrine zouden ze allemaal dezelfde wil moeten hebben?
Moet een van de drie-enige partners zijn eigen wil opgeven ten gunste van de wil van een ander lid van de Drie-eenheid? Zouden ze niet allemaal precies dezelfde wil moeten hebben? Het woord van Yahuah is duidelijk, u dient het woord van Yahuah zelf te onderzoeken en te lezen. Kom in actie en onderzoek, lees en bid tot Yahuah!
Het woord zegt dat Yahusha zichzelf en Yahuah als twee beschouwde, niet als 1
50. ‘Ik ben iemand die voor mezelf getuigt; mijn andere getuige is de Vader.’ (Johannes 8:17-18:)
51. ‘Laat uw hart niet verontrust worden. Vertrouw in Yahuah; vertrouw ook op mij.’ (Johannes 14:1)
Als Yahusha Yahuah was, zou Hij Yahuahs getuigenis niet als los van het zijne hebben beschouwd.
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha ondergeschikt is aan Yahuah
52. 'Nu wil ik dat je je realiseert dat het hoofd van elke man Yahusha Hamashiak is, en het hoofd van de vrouw is de man, en het hoofd van Yahhusha is Yahuah' (1 Korintiërs 11:3)
53. ‘Als hij dit heeft gedaan, zal de zoon zelf onderworpen worden aan hem die alles onder hem heeft gelegd, zodat Yahuah alles in allen zal zijn’ (1 Korintiërs 15:28).
Het woord zegt dat Yahusha groeide in wijsheid en leren
Maar Yahuah is Alwijs & hoeft niet te leren: Yahusha groeide in wijsheid, maar Yahuah is alwijs
54. 'Groot is onze Yahuah en overvloedig in kracht; Zijn begrip is oneindig.' (Psalm 147:5)
55. ‘En Yahusha nam toe in wijsheid.’ (Lukas 2:52)
56. Yahuah hoeft niet te leren, maar Yahusha leerde: 'Hoewel hij een zoon was, leerde hij gehoorzaamheid' (Hebr. 5:8)
Yahusha had beperkte kennis, maar Yahuahs kennis is oneindig. Omdat Yahusha het niet wist, was hij niet alwetend, en daarom kan hij niet de Yahuah zijn wiens kennis alomvattend is.
57. “Niemand weet van die dag of dat uur af, zelfs de engelen in de hemel niet, noch de zoon, maar alleen de Vader.” (Marcus 13:32)
Het woord zegt dat Yahusha werd verzocht, maar Yahuah kan niet worden verzocht
58. ’in alle opzichten verzocht – net zoals wij’ (Hebr. 4:15)
59. 'want Yahuah kan niet door het kwaad verzocht worden' (Jakobus 1:13)
Het woord zegt dat de leringen van Yahusha van Yahuah kwamen, niet van hemzelf
60. 'Dus Yahusha antwoordde hun en zei: 'Mijn leer is niet van mij, maar van Hem die mij heeft gezonden.' (Johannes 7:16)
Yahusha had dit niet kunnen zeggen als hij Yahuah was, omdat de leerstelling van hem zou zijn geweest.
Het woord zegt dat Yahusha stierf, maar Yahuah kan niet sterven
61. Romeinen 1:23 en andere verzen zeggen dat Yahuah onsterfelijk is. Onsterfelijk betekent 'niet onderworpen aan de dood'. Deze term is alleen van toepassing op Yahuah.
Het woord zegt dat Yahusha leefde vanwege Yahuah
62. 'Ik leef vanwege de Vader.' (Johannes 6:57)
Yahusha kan geen Yahuah zijn omdat hij voor zijn eigen bestaan van Yahuah afhankelijk was.
Het woord zegt dat Yahusha’ krachten aan hem werden gegeven
63. ‘Mij is gegeven alle macht.’ (Matt 28:18)
Yahuah is almachtig, niemand geeft Yahuah Zijn krachten, anders zou Hij Yahuah niet zijn omdat Hij zwak zou zijn. Daarom kon Yahusha niet Yahuah zijn.
Het woord zegt dat Yahusha werd onderwezen en bevolen door Yahuah
64. ‘Zoals mijn Vader mij heeft geleerd, spreek ik deze dingen’ (Johannes 8:28)
65. ‘De Vader, die mij gezonden heeft, heeft mij een gebod gegeven.’ (Johannes 12:49)
66. 'Ik heb de geboden van mijn Vader onderhouden' (Johannes 15:10)
Niemand kan Yahuah onderwijzen, anders kan Yahuah niet Alwetend zijn en zou Hij Zijn leraar iets verschuldigd zijn. Aangezien Yahusha door Yahuah werd onderwezen en geboden, kan Yahusha niet Yahuah zelf zijn. De leraar en de student, de commandant en de bevelhebber zijn niet één.
Het woord van Yahuah zegt dat Yahusha de Vader 'mijn Yahuah' noemde
67. 'Mijn Yahuah, mijn Yahuah, waarom hebt U mij verlaten?' (Matt. 27:46)
68. ‘Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, en mijn Yahuah en uw Yahuah.’ (Johannes 20:17)
69. ‘de tempel van mijn Yahuah, de naam van mijn Yahuah, de stad van mijn Yahuah, daalt neer uit de hemel van mijn Yahuah’ (Openb. 3:12)
Het woord zegt dat Yahuah niet gezien kan worden
70. Maar Yahusha werd door anderen gezien 'niemand heeft ooit Yahuah gezien' (Johannes 1:18).
Het woord zegt juist dat dat Yahusha 2 keer ervan werd beschuldigd Yahuah te zijn (ironische toeval?)
Maar hij ontkende het: volgens het woord waren de Yahudhim slechts in twee gevallen tegen Yahusha op grond van het feit dat hij deed alsof hij Yahuah was of gelijk aan Yahuah.
Omdat in deze twee gevallen, toen hij beschuldigd werd, in het ene geval, zichzelf Yahuah te maken, en in het andere, zichzelf gelijk te stellen aan Yahuah, hij de beschuldigingen ontkende. Als antwoord op de beschuldiging dat hij gelijk is aan Yahuah, zegt hij onmiddellijk:
71. ‘De zoon kan niets uit zichzelf doen, behalve wat hij de Vader ziet doen’; en direct na ’Ik kan uit mezelf niets doen’ (Johannes 5:19, 30).
Het is Yahusha ZELF die zegt dat we YAHUAH alle eer moeten geven, omdat hij dat zelf ook doet.
Yahusha is een zoon van Yahuah, maar dat is een Adam ook!
We lezen in de Tanak en B'rit Hadasha (Oude of Nieuwe Testament) dat Yahuah ook Adam, Jakob, Salamo en Efraim "ZOON" noemt!
Adam: 'Adam, die de zoon van Yahuah was.' (Lukas 3:38)
Jakob is Yahuahs zoon en eerstgeborene: 'Israël is mijn zoon, ja, mijn eerstgeborene.' (Exodus 4:22)
Salomo: 'Ik zal zijn vader zijn, en hij zal mijn zoon zijn' (2 Samuël 7:13-14)
Efraïm: 'want ik ben een vader voor Israël, en Efraïm is mijn eerstgeborene.' (Jeremia 31:9)
Is Yahuahs eerstgeborene, het gewone volk wordt de zonen van Yahuah genoemd: 'Gij zijt de kinderen van Eloyim (de Allerhoogste), uw Yahuah' (Deuteronomium 14:1)
Moeten we nu Adam, Jakob en Salamo nu ook EREN en dienen? Het antwoord is uiteraard NEE, alle lof en eer gaan naar Yahuah toe.
Het is Shatan de vader des leugens die graag ziet dat we i.p.v. Yahuah "anderen" eren het zijt de zon, maan, sterren, de natuur, dieren, andere mensen, een verslaving, een idool, kortom alles wat niet Yahuah zelf is.
Yahusha is door Yahuah gestuurd om ons te redden, Zijn naam betekend zelfs "YAHUAH RED" en Yahusha geeft telkens in het woord aan dat hij in opdracht is gekomen van Yahuah en dat hij de wil van Yahuah vervult en niet zijn eigen wil. U heeft nu zoveel verzen gelezen die bevestigen dat Yahuah uniek is en dat Hij de enige is die wij dienen aan te roepen en dienen te eren. Yahusha heeft het ons doorgegeven hoe wij dienen te bidden tot Yahuah, Het is de naam van Yahuah en ZIJN wil;
Onze Vader die in de hemelen zijt,
Uw naam worde geheiligd;
Uw Koninkrijk kome;
Uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alsook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwaad.
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid
tot in der eeuwigheid.
Amein
Yahusha is de weg naar Yahuah, omdat Yahuah hem gestuurd heeft, maar het is de WIL van Yahuah en niet de wil van Yahusha, dit is zeer belangrijk om te begrijpen. Het is dus belangrijk om te erkennen dat Yahusha een ruilmiddel is van onze zonden MAAR DAT WIJ BEVRIJD ZIJN DOOR YAHUAH! Want het is Yahuah ZIJN WIL, ZIJN PLAN! Prijst u de zon en regen als het ons graan laat groeien? Prijst u de schepping van Yahuah of prijst u de BEDENKER, de MAKER van al dat leeft en is gecreëerd? Vele religies prijzen en eren de schepping van Yahuah, zij die Yahuah kennen en willen dienen en eren weten beter! Het is Yahuah alleen die wij prijzen!
Yahusha had een zeer belangrijke taak en heeft deze vervuld, maar alle lof en eer gaan naar de bedenker van dat plan; YAHUAH!
YAHUAH VERLOST/RED = YAHUSHA = YAHUAH VERLOST/RED!
De valse bijbels (vertaald vanuit de Griekse heidense Septuagint) zorgt voor verwarring en de illusie dat er een drie-eenheid bestaat! Shatan de vader des leugens, oftewel Gad'reel (gad / god) wil juist dat we hem eren en dienen, vandaar dat zijn namen en titels in de valse bijbels staan vermeld i.p.v. de ware originele naam; Yahuah! Begrijpt u nu waarom het ontzettend belangrijk is dat we Zijn ware naam Yahuah weten om Zijn woord goed te kunnen begrijpen? Stel de juiste kritische vragen en onderzoek het woord!
Open uw ogen en lees wat er in het woord staat;
1. 'Yahuah is geen mens' (Numeri 23:19)
2. ‘Want ik ben Yahuah en geen mens’ (Hosea 11:9)
Yahusha wordt in de Bijbel vaak een man genoemd
3. 'een man die u de waarheid heeft verteld' (Johannes 8:40)
4. 'Yahusha de Nazarener, een man die door Yahuah aan u getuigd is met wonderen en wonderen en tekenen die Yahuah door Hem in uw midden heeft gedaan, zoals u zelf weet.' (Handelingen 2:22)
5. ‘Hij zal de wereld in gerechtigheid richten door een man die Hij heeft aangesteld’ (Handelingen 17:31)
6. ‘de mens Hamashiak Yahusha’ (Tim. 2:5)
Het woord / De Bijbel / Besorah zegt dat Yahuah GEEN mensenzoon is
7. ‘Yahuah is geen mens en ook geen mensenzoon’ (Numeri 23:19)
Het woord van Yahuah noemt Yahusha vaak ‘een of de mensenzoon’
8. ‘zo zal de mensenzoon zijn’ (Matteüs 12:40)
9. ‘Want de mensenzoon zal komen’ (Matteüs 16:27)
10. 'totdat ze de mensenzoon in zijn koninkrijk zien komen' (Matteüs 28)
11. ‘Maar opdat u weet dat de Mensenzoon gezag heeft’ (Marcus 2:10)
12. ‘omdat hij een mensenzoon is’ (Johannes 5:27)
In de Hebreeuwse geschriften wordt de 'mensenzoon' ook vaak gebruikt om over mensen te spreken (Job 25:6; Psalm 80:17; 144:3; Ezechiël 2:1; 2:3; 2:6-8;
3 :1-3). Het is volsterkt niet logisch dat Yahuah Zichzelf zou tegenspreken door eerst te zeggen dat Hij NIET de zoon van een mens is en daarna een mens te worden die 'de mensenzoon' werd genoemd. Bedenk dat Yahuah niet de auteur van verwarring is. Ook worden mensen, waaronder dus Yahusha, specifiek 'mensenzoon' genoemd om hen te onderscheiden van Yahuah, die volgens het woord van Yahuah zelf (besorah/de Bijbel) geen 'mensenzoon' is. Yahuah is duidelijk in details!
Het woord van Yahuah is duidelijk (De Bijbel) het woord zegt dat Yahusha ontkende dat hij Yahuah is
13. Yahusha sprak tot een man die hem 'goed' had genoemd en vroeg hem: 'Waarom noem je mij goed? Niemand is goed behalve Yahuah alleen.' (Lucas 18:19)
14. En hij zei tegen hem: 'Waarom vraag je me wat goed is? Er is er maar Eén die goed is; maar als je het leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.' (Matteüs 19:17)
Yahusha leerde mensen niet dat hij Yahuah was
Als Yahusha de mensen had verteld dat hij Yahuah was, zou hij de man een compliment hebben gegeven. In plaats daarvan berispte Yahusha hem, ontkende dat hij goed was, dat wil zeggen, Yahusha ontkende dat hij Yahuah was.
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahuah groter is dan Yahusha
15. ‘Mijn Vader is groter dan ik’ (Johannes 14:28)
16. 'Mijn vader is groter dan allen.' (Johannes 10:29)
Yahusha kan geen Yahuah zijn als Yahuah groter is dan hij. Het "christelijk geloof"/ "Mithraïsme" dat vader en zoon gelijk zijn staat in schril contrast met de duidelijke woorden van Yahusha zelf!
BESEF GOED! Yahusha heeft zijn discipelen nooit opgedragen hem te aanbidden
17. ‘Als je bidt, zeg dan Onze Vader, die in de hemel is.’ (Lucas 11:2)
18. ‘Op die dag zul je me niets vragen. Wat je ook van de Vader vraagt in mijn naam.' (Johannes 16:23)
19. ‘De ure komt en is nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke om hem te aanbidden.' (Johannes 4:23)
Als Yahusha Yahuah was, zou hij aanbidding voor zichzelf hebben gezocht
Omdat hij dat niet deed, zocht hij in plaats daarvan aanbidding voor Yahuah in de hemelen, daarom was hij Yahuah niet.
Yahusha aanbad de enige ware Yahuah
20. 'opdat zij u zouden kennen, de enige ware Yahuah, en Yahusha Hamashiak die u hebt gezonden' (Johannes 17:3)
21. 'hij bleef de hele nacht in gebed tot Yahuah' (Lukas 6:12)
22. ‘Zoals de mensenzoon niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen’ (Matteüs 20:28)
Hoe bad Yahusha tot Yahuah?
23. 'hij viel met zijn gezicht op de grond en bad: 'Mijn Vader' (Matteüs 26:39)
24. ’Tijdens de dagen van Yahusha’ leven op aarde zond hij gebeden en smeekbeden op met luid geschreeuw en tranen tot degene die hem van de dood kon redden, en hij werd verhoord vanwege zijn eerbiedige onderwerping’ (Hebreeën 5:7).
Tot wie bad Yahusha toen hij op zijn gezicht viel?
Huilde Yahusha in tranen bij zichzelf en smeekte hij om van de dood gered te worden? Geen mens, gezond of krankzinnig, bidt tot zichzelf! Het antwoord moet beslist een volmondig ’Nee’ zijn. Yahusha bad tot ’de enige ware Yahuah’. Yahusha was de dienaar van Degene Die hem gezonden had. Kan er een duidelijker bewijs zijn dat Yahusha niet Yahuah was?
Discipelen geloofden niet dat Yahusha Yahuah was
De Handelingen van de Apostelen in de Bijbel beschrijven de activiteiten van de discipelen gedurende een periode van dertig jaar nadat Yahusha naar de hemel was opgewekt. Gedurende deze periode noemden ze Yahusha nooit Yahuah. Petrus stond bijvoorbeeld op met de elf discipelen en sprak een menigte toe met de woorden:
25. "Mannen van Israël, luister hiernaar: Yahusha van Nazareth was een man die door Yahuah aan u werd toegeschreven door wonderen, wonderen en tekenen, die Yahuah onder u door hem heeft gedaan, zoals u zelf weet." (Handelingen 2:22)
26. Voor Petrus was Yahusha een dienaar van Yahuah (bevestigd in Mattheüs 12:18)
27. ‘De Yahuah van Abraham, Izaäk en Jakob, de Yahuah van onze vaderen, heeft zijn dienaar Yahusha verheerlijkt.’ (Handelingen 3:13)
28. ‘Yahuah heeft zijn dienaar opgewekt’ (Handelingen 3:26)
Toen hij werd geconfronteerd met tegenstand van de autoriteiten, zei Petrus:
29. ‘We moeten Yahuah meer gehoorzamen dan mensen! De Yahuah van onze vaderen wekte Yahusha op' (Handelingen 5:29-30)
30. De discipelen baden tot Yahuah zoals ze door Yahusha in Lukas 11:2 waren opgedragen en beschouwden Yahusha als Yahuahs dienaar.
31. ‘ze verhieven samen hun stem in gebed tot Yahuah. 'Soevereine Yahuah', zeiden ze, 'u hebt de hemel en de aarde en de zee gemaakt, en alles wat daarin is' (Handelingen 4:24).
32. ‘uw heilige dienaar Yahusha, die u gezalfd hebt’ (Handelingen 4:27)
33. ‘van Uw heilige dienaar Yahusha.’ (Handelingen 4:30)
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha, een dienaar is van Yahuah!
34. 'Zie, mijn dienaar, die ik heb uitverkoren, in wie mijn ziel welbehagen heeft.' (Matt. 12:18)
Aangezien Yahusha, Yahuahs dienaar is, kan Yahusha niet Yahuah zijn.
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha niets alleen kon doen
35. ‘De zoon kan niets alleen; hij kan alleen doen wat hij zijn Vader ziet doen.' (Johannes 5:19)
36. 'Ik kan uit mezelf niets doen.' (Johannes 5:30)
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha zichzelf niet gelijk aan Yahuah vond en dat Yahuah wonderen verrichtte door Yahusha en dat Yahusha beperkt was in wat hij kon doen:
37. 'Maar toen de scharen dit zagen, waren ze vol ontzag en verheerlijkten ze Yahuah, die zo'n autoriteit aan de mensen had gegeven' (Matt. 9:8).
38. 'een man die door Yahuah aan u getuigd is met wonderen en wonderen en tekenen die Yahuah door Hem in uw midden heeft gedaan' (Handelingen 2:22)
39. ‘hij ging rond, goeddoende en genezende allen die door de duivel onderdrukt waren, want Yahuah was met hem.’ (Handelingen 10:38)
Als Yashusha, Yahuah zou zijn, zou het woord / de Bijbel eenvoudig zeggen dat Yahusha de wonderen zelf deed zonder naar Yahuah te verwijzen. Het feit dat Yahuah de kracht voor de wonderen leverde, laat zien dat Yahuah groter is dan Yahusha.
Ook was Yahusha beperkt in het verrichten van wonderen
40. Toen Yahusha een keer probeerde een blinde man te genezen, werd de man niet genezen na de eerste poging, en Yahusha moest het een tweede keer proberen (Marcus 8:22-26).
41. Er was eens een vrouw genezen van haar ongeneeslijke bloeding. De vrouw kwam achter hem staan en raakte zijn mantel aan, en ze was onmiddellijk genezen. Maar Yahusha had geen idee wie hem aanraakte: (nogmaals alleen YAHUAH weet alles!)
42. ‘Yahusha besefte meteen dat er kracht van hem was uitgegaan. Hij draaide zich om in de menigte en vroeg: 'Wie heeft mijn kleren aangeraakt?' (Markus 5:30)
43. ‘Hij kon daar geen wonderen doen, behalve zijn handen op een paar zieken leggen en hen genezen.’ (Marcus 6:5)
Het is duidelijk dat iemand met zulke beperkingen geen Yahuah kan zijn. De kracht van wonderen lag niet in Yahusha.
Yahuah hoeft echter niet gesterkt te worden. De menselijke behoefte moet worden versterkt; Yahuah doet dat niet omdat Yahuah Almachtig is. Als Yahusha gesterkt moest worden, kan hij geen Yahuah zijn. Het is niet logisch dat je naar jouw zelf gaat bidden en naar jezelf verwijst en aangeeft dat je je zelf niet de kracht en macht kan geven. Yahuah is Yahuah en Yahuah heeft een opdracht gegeven aan Yahusha en geeft Yahusha de kracht en macht en niet andersom, dit lezen we overal in het woord / de bijbel, alleen is het ons door de "kerk" geleerd dat dit niet zo is. De valse leer vanuit het Christendom, de babylonische leer, de Mithras leer is duidelijk TEGEN Yahuah. Het is Shatan zijn plan om verheerlijkt te worden i.p.v. Yahuah... Shatan de vader des leugens wil als de allerhoogste zijn, maar is dat NIET. In Openbaringen lezen we bijvoorbeeld ten alle tijden dat Yahuah de engelen en de locust de kracht/macht geeft. Yahuah heeft altijd de macht en heeft altijd het eindwoord.
Het woord / De Bijbel zegt dat engelen in tijden van zwakte Yahusha sterken
44. 'Een engel uit de hemel verscheen aan hem en sterkte hem - in het hof van Getsemane' (Lucas 22:43)
45. ‘Toen verliet de duivel hem; en zie, engelen kwamen en begonnen Hem te dienen' (Marcus 1:13)
46. ’En hij was veertig dagen in de woestijn en werd verzocht door Satan; en hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden hem.' (Marcus 1:13)
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha wilde dat Yahuahs wil werd gedaan
47. 'niet mijn wil, maar de uwe geschiede' (Lukas 22:42)
48. ‘Ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van Hem die mij gezonden heeft.’ (Johannes 5:30)
49. ‘Want ik ben uit de hemel neergedaald, niet om mijn eigen wil te doen, maar de wil van Hem die mij gezonden heeft.’ (Johannes 6:38)
De zogenaamde drie-eenheid dogma is een valse leugen, een babylonsch concept om ons te misleiden. Denk goed na; Zijn sommige leden van de gelijkwaardige Drie-eenheid onderdanig en minder dan gelijk aan andere leden? Ook al hebben ze een andere wil ('Ik zoek niet mijn eigen wil'), gehoorzamen ze zonder twijfel de bevelen van anderen ('de wil van Hem die mij gezonden heeft')? Het is Yahusha zelf die toe geeft dat hij zijn eigen onderscheiden wil ondergeschikt heeft gemaakt aan Yahuah... maar volgens de trinitarische doctrine zouden ze allemaal dezelfde wil moeten hebben?
Moet een van de drie-enige partners zijn eigen wil opgeven ten gunste van de wil van een ander lid van de Drie-eenheid? Zouden ze niet allemaal precies dezelfde wil moeten hebben? Het woord van Yahuah is duidelijk, u dient het woord van Yahuah zelf te onderzoeken en te lezen. Kom in actie en onderzoek, lees en bid tot Yahuah!
Het woord zegt dat Yahusha zichzelf en Yahuah als twee beschouwde, niet als 1
50. ‘Ik ben iemand die voor mezelf getuigt; mijn andere getuige is de Vader.’ (Johannes 8:17-18:)
51. ‘Laat uw hart niet verontrust worden. Vertrouw in Yahuah; vertrouw ook op mij.’ (Johannes 14:1)
Als Yahusha Yahuah was, zou Hij Yahuahs getuigenis niet als los van het zijne hebben beschouwd.
Het woord / De Bijbel zegt dat Yahusha ondergeschikt is aan Yahuah
52. 'Nu wil ik dat je je realiseert dat het hoofd van elke man Yahusha Hamashiak is, en het hoofd van de vrouw is de man, en het hoofd van Yahhusha is Yahuah' (1 Korintiërs 11:3)
53. ‘Als hij dit heeft gedaan, zal de zoon zelf onderworpen worden aan hem die alles onder hem heeft gelegd, zodat Yahuah alles in allen zal zijn’ (1 Korintiërs 15:28).
Het woord zegt dat Yahusha groeide in wijsheid en leren
Maar Yahuah is Alwijs & hoeft niet te leren: Yahusha groeide in wijsheid, maar Yahuah is alwijs
54. 'Groot is onze Yahuah en overvloedig in kracht; Zijn begrip is oneindig.' (Psalm 147:5)
55. ‘En Yahusha nam toe in wijsheid.’ (Lukas 2:52)
56. Yahuah hoeft niet te leren, maar Yahusha leerde: 'Hoewel hij een zoon was, leerde hij gehoorzaamheid' (Hebr. 5:8)
Yahusha had beperkte kennis, maar Yahuahs kennis is oneindig. Omdat Yahusha het niet wist, was hij niet alwetend, en daarom kan hij niet de Yahuah zijn wiens kennis alomvattend is.
57. “Niemand weet van die dag of dat uur af, zelfs de engelen in de hemel niet, noch de zoon, maar alleen de Vader.” (Marcus 13:32)
Het woord zegt dat Yahusha werd verzocht, maar Yahuah kan niet worden verzocht
58. ’in alle opzichten verzocht – net zoals wij’ (Hebr. 4:15)
59. 'want Yahuah kan niet door het kwaad verzocht worden' (Jakobus 1:13)
Het woord zegt dat de leringen van Yahusha van Yahuah kwamen, niet van hemzelf
60. 'Dus Yahusha antwoordde hun en zei: 'Mijn leer is niet van mij, maar van Hem die mij heeft gezonden.' (Johannes 7:16)
Yahusha had dit niet kunnen zeggen als hij Yahuah was, omdat de leerstelling van hem zou zijn geweest.
Het woord zegt dat Yahusha stierf, maar Yahuah kan niet sterven
61. Romeinen 1:23 en andere verzen zeggen dat Yahuah onsterfelijk is. Onsterfelijk betekent 'niet onderworpen aan de dood'. Deze term is alleen van toepassing op Yahuah.
Het woord zegt dat Yahusha leefde vanwege Yahuah
62. 'Ik leef vanwege de Vader.' (Johannes 6:57)
Yahusha kan geen Yahuah zijn omdat hij voor zijn eigen bestaan van Yahuah afhankelijk was.
Het woord zegt dat Yahusha’ krachten aan hem werden gegeven
63. ‘Mij is gegeven alle macht.’ (Matt 28:18)
Yahuah is almachtig, niemand geeft Yahuah Zijn krachten, anders zou Hij Yahuah niet zijn omdat Hij zwak zou zijn. Daarom kon Yahusha niet Yahuah zijn.
Het woord zegt dat Yahusha werd onderwezen en bevolen door Yahuah
64. ‘Zoals mijn Vader mij heeft geleerd, spreek ik deze dingen’ (Johannes 8:28)
65. ‘De Vader, die mij gezonden heeft, heeft mij een gebod gegeven.’ (Johannes 12:49)
66. 'Ik heb de geboden van mijn Vader onderhouden' (Johannes 15:10)
Niemand kan Yahuah onderwijzen, anders kan Yahuah niet Alwetend zijn en zou Hij Zijn leraar iets verschuldigd zijn. Aangezien Yahusha door Yahuah werd onderwezen en geboden, kan Yahusha niet Yahuah zelf zijn. De leraar en de student, de commandant en de bevelhebber zijn niet één.
Het woord van Yahuah zegt dat Yahusha de Vader 'mijn Yahuah' noemde
67. 'Mijn Yahuah, mijn Yahuah, waarom hebt U mij verlaten?' (Matt. 27:46)
68. ‘Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, en mijn Yahuah en uw Yahuah.’ (Johannes 20:17)
69. ‘de tempel van mijn Yahuah, de naam van mijn Yahuah, de stad van mijn Yahuah, daalt neer uit de hemel van mijn Yahuah’ (Openb. 3:12)
Het woord zegt dat Yahuah niet gezien kan worden
70. Maar Yahusha werd door anderen gezien 'niemand heeft ooit Yahuah gezien' (Johannes 1:18).
Het woord zegt juist dat dat Yahusha 2 keer ervan werd beschuldigd Yahuah te zijn (ironische toeval?)
Maar hij ontkende het: volgens het woord waren de Yahudhim slechts in twee gevallen tegen Yahusha op grond van het feit dat hij deed alsof hij Yahuah was of gelijk aan Yahuah.
Omdat in deze twee gevallen, toen hij beschuldigd werd, in het ene geval, zichzelf Yahuah te maken, en in het andere, zichzelf gelijk te stellen aan Yahuah, hij de beschuldigingen ontkende. Als antwoord op de beschuldiging dat hij gelijk is aan Yahuah, zegt hij onmiddellijk:
71. ‘De zoon kan niets uit zichzelf doen, behalve wat hij de Vader ziet doen’; en direct na ’Ik kan uit mezelf niets doen’ (Johannes 5:19, 30).
Het is Yahusha ZELF die zegt dat we YAHUAH alle eer moeten geven, omdat hij dat zelf ook doet.
Yahusha is een zoon van Yahuah, maar dat is een Adam ook!
We lezen in de Tanak en B'rit Hadasha (Oude of Nieuwe Testament) dat Yahuah ook Adam, Jakob, Salamo en Efraim "ZOON" noemt!
Adam: 'Adam, die de zoon van Yahuah was.' (Lukas 3:38)
Jakob is Yahuahs zoon en eerstgeborene: 'Israël is mijn zoon, ja, mijn eerstgeborene.' (Exodus 4:22)
Salomo: 'Ik zal zijn vader zijn, en hij zal mijn zoon zijn' (2 Samuël 7:13-14)
Efraïm: 'want ik ben een vader voor Israël, en Efraïm is mijn eerstgeborene.' (Jeremia 31:9)
Is Yahuahs eerstgeborene, het gewone volk wordt de zonen van Yahuah genoemd: 'Gij zijt de kinderen van Eloyim (de Allerhoogste), uw Yahuah' (Deuteronomium 14:1)
Moeten we nu Adam, Jakob en Salamo nu ook EREN en dienen? Het antwoord is uiteraard NEE, alle lof en eer gaan naar Yahuah toe.
Het is Shatan de vader des leugens die graag ziet dat we i.p.v. Yahuah "anderen" eren het zijt de zon, maan, sterren, de natuur, dieren, andere mensen, een verslaving, een idool, kortom alles wat niet Yahuah zelf is.
Yahusha is door Yahuah gestuurd om ons te redden, Zijn naam betekend zelfs "YAHUAH RED" en Yahusha geeft telkens in het woord aan dat hij in opdracht is gekomen van Yahuah en dat hij de wil van Yahuah vervult en niet zijn eigen wil. U heeft nu zoveel verzen gelezen die bevestigen dat Yahuah uniek is en dat Hij de enige is die wij dienen aan te roepen en dienen te eren. Yahusha heeft het ons doorgegeven hoe wij dienen te bidden tot Yahuah, Het is de naam van Yahuah en ZIJN wil;
Onze Vader die in de hemelen zijt,
Uw naam worde geheiligd;
Uw Koninkrijk kome;
Uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alsook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwaad.
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid
tot in der eeuwigheid.
Amein
Yahusha is de weg naar Yahuah, omdat Yahuah hem gestuurd heeft, maar het is de WIL van Yahuah en niet de wil van Yahusha, dit is zeer belangrijk om te begrijpen. Het is dus belangrijk om te erkennen dat Yahusha een ruilmiddel is van onze zonden MAAR DAT WIJ BEVRIJD ZIJN DOOR YAHUAH! Want het is Yahuah ZIJN WIL, ZIJN PLAN! Prijst u de zon en regen als het ons graan laat groeien? Prijst u de schepping van Yahuah of prijst u de BEDENKER, de MAKER van al dat leeft en is gecreëerd? Vele religies prijzen en eren de schepping van Yahuah, zij die Yahuah kennen en willen dienen en eren weten beter! Het is Yahuah alleen die wij prijzen!
Yahusha had een zeer belangrijke taak en heeft deze vervuld, maar alle lof en eer gaan naar de bedenker van dat plan; YAHUAH!
YAHUAH VERLOST/RED = YAHUSHA = YAHUAH VERLOST/RED!